Delegeren is het overdragen van (een deel van) een bevoegdheid of verantwoordelijkheid. Ontwikkelbaarheid = gemakkelijk.
Wat is delegeren?
Het overdragen van een taak, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een daartoe bevoegde medewerker, aan een ondergeschikte medewerker.
Wat betekent delegeren?
Als je delegeert, zet je een ander in voor het behalen van je resultaten. Je draagt de taak met de bijbehorende bevoegdheden en middelen over aan een ander. Wat je wel behoudt is de eindverantwoordelijkheid voor het resultaat.
Wat levert delegeren op?
Hoe hoger jouw functie qua kennis en kunde, hoe belangrijker delegeren wordt. Als je dit goed doet geef je hiermee jouw eigen carrière én die van anderen een boost. Je bespaart dan namelijk tijd die je nodig hebt om te focussen op leidinggevende taken.
Hoe werkt delegeren?
Hoe kun je goed delegeren? 5 tips
- Vertrouw je team en leer los te laten. Een belangrijk ingrediënt van delegeren is vertrouwen. …
- Leg uit waarom. Het is niet genoeg om alleen taken te verdelen. …
- Geef complimenten en spreek je waardering uit. …
- Maak ruimte om fouten te maken. …
- Geef de juiste tools en informatie.
Wie is verantwoordelijk bij delegatie?
Delegeren is het overdragen van bevoegdheden, d.w.z. taken, activiteiten en middelen maar ook vaak de verantwoordelijkheid, naar een ander in of buiten de eigen organisatie. Wel blijf je meestal eindverantwoordelijke (dat wordt vaak vergeten; als het mis gaat moet je ook achter je medewerkers kunnen blijven staan).
Wat is het verschil met mandateren?
Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een ander te handelen, maar zonder de daarbij horende verantwoordelijkheid. Bij mandateren worden geen bevoegdheden overgedragen. De mandaatgever blijft zelf bevoegd. Delegeren daarentegen betekent wel het overdragen van bevoegdheden, inclusief de verantwoordelijkheid.
Gedragskenmerken delegeren:
JUNIOR GEDRAGSKENMERKEN
- Draagt taken die anderen kunnen doen zoveel mogelijk over.
- Biedt duidelijke instructies over de werkzaamheden die worden overgedragen.
- Geeft duidelijk aan wat er van de ander wordt verwacht.
- Houdt grip en vraagt om terugkoppeling bij overgedragen werkzaamheden.
- Houdt rekening met de tijd van de ander bij het overdragen van werkzaamheden.
MEDIOR GEDRAGSKENMERKEN
- Weet de ander te motiveren om werkzaamheden uit te voeren.
- Draagt zaken aan de juiste personen over, houdt rekening met de competenties en drijfveren van de ander.
- Grijpt tijdig in als deadlines van overgedragen werkzaamheden niet gehaald worden.
- Geeft duidelijk aan hoe ruim de beslissingsbevoegdheid is van de ander.
- Gebruikt delegeren als een vorm om anderen te ondersteunen in hun ontwikkeling.
SENIOR GEDRAGSKENMERKEN
- Biedt bij delegeren mogelijkheid tot ondersteuning aan.
- Draagt belangrijke werkzaamheden over, ook wanneer daar een bepaalde status aan verbonden is.
- Durft risico’s aan te gaan die verbonden zijn aan delegeren.
- Biedt de ander beslissingsruimte en middelen om de overgedragen werkzaamheden te realiseren.
- Doet afstand van de eigen bevoegdheden indien dit de effectiviteit ten goede komt.